In de rubriek ‘Beestig Brussel’ laten we je telkens kennismaken met een dier dat leeft in onze stad. Wat is het, en waarom leeft het hier? Deze week: het everzwijn. 🐗
Onlangs werden er sporen gevonden van everzwijnen in het Zoniënwoud en dat is niet de eerste keer. Meermaals vond boswachter Bram Bogaerts sporen van het dier.
Boswachter Bogaerts vermoedt dat het om één enkel everzwijn gaat dat alleen in het woud leeft. Ondertussen heeft hij een wildcamera opgehangen om het zwijn te observeren. 📷
Het eenzame everzwijn is al langer bekend bij de boswachter en biologen en kreeg de naam ‘Suske’. Die naam is gebaseerd op de Latijnse benaming voor een everzwijn: Sus scrofa.
Zeldzaam
Everzwijnen zijn wel zeldzaam in Brussel. Nochtans leven er groepen niet zo ver buiten het Brussels gewest. “In Tervuren zit er bijvoorbeeld een familie”, liet bioloog Olivier Beck van Leefmilieu Brussel aan BRUZZ weten. Die groep werd zelfs al eens gefilmd. (Klik op de link om de video te bekijken.)
De dieren worden niet vaak gezien omdat ze heel bang zijn van mensen. Ze leven dan ook vooral ‘s nachts en liggen overdag te dutten in struiken. 💤
Toch is de kans dat we er in de toekomst meer zullen zien groot. In het Zoniënwoud is er veel plaats voor de everzwijnen en er kunnen er dus veel bijkomen. Dat betekent veel kleine everzwijnen, of biggen, en die zijn heel schattig.
Momenteel veroorzaken de everzwijnen geen last en zijn ze welkom. Het zou wel een probleem zijn als de zwijnen verhuizen naar de omliggende tuinen en woonwijken. Maar geen zorgen, Sanne Ruyts, expert zoogdieren bij Natuurpunt vertelt aan BRUZZ dat dat nog lang niet het geval is.
Everzwijn-ID
Latijnse naam: Sus scrofa
Hoe herken je mij? Ik ben een groot harig varken met een grijze pels. Ik knor met mijn grote snuit als ik rondloop. Mijn kleintjes hebben een bruine gestreepte vacht.
Lengte: Wij worden tot 180 centimeter groot.
Karakter: We hebben veel schrik van mensen. We leven daarom vooral ‘s nachts en zijn bijna altijd op zoek naar voedsel.
Op het menu: Wij zijn omnivoren, dus we eten alles! We wroeten de aarde om met onze snuit op zoek naar eikels, kastanjes, maar ook insecten en soms kleine knaagdieren.
Woonplaats: We houden van bossen met veel bomen en struiken.