In de rubriek ‘Beestig Brussel’ laten we je telkens kennismaken met een dier dat leeft in onze stad. Wat is het, en waarom leeft het hier? Deze week: de mol.
De voorbije maand heeft het in België maar liefst 24 dagen geregend. Er viel in maart meer dan twee keer zoveel regen als normaal. Daardoor is het grondwater gaan stijgen, en dus ook.. de molshopen in de stad!
Wat is grondwater?
Grondwater is water dat zich onder de grond bevindt. Meestal is het ooit regen geweest die door de grond heen is gezakt.
Mollen gaan altijd op zoek naar de laag in de grond waarin de meeste insecten zitten. “Als het grondwater stijgt, komen regenwormen en andere insecten meer naar de oppervlakte”.
Daarom zullen dus ook de mollen meer naar de oppervlakte komen. Hierdoor zie je meer molshopen verschijnen. Dat legt Mathias Engelbeen van Leefmilieu Brussel aan BRUZZ uit.
Gangen en tunnels
Onder de grond ligt een heel netwerk aan mollengangen verstopt. Dit netwerk bestaat uit twee soorten gangen. In de oppervlaktegangen (= de gangen die niet diep onder de grond liggen) jagen mollen op wormen en larven.
Tijdens de paartijd, die nu aan de gang is, worden deze gangen ook gebruikt door mannetjes die op zoek gaan naar een vrouwtje.
De diepere tunnels gaan tot een meter diep en spreiden zich over een lengte tot 230 meter, dat is meer dan twee voetbalvelden lang!
De aarde uit al deze tunnels brengen mollen naar boven. En zo ontstaan dus de molshopen.
Wist je trouwens dat je aan de afstand tussen de hopen kunt zien hoe diep de gang onder de grond is? Hoe groter de afstand tussen de molshopen, hoe dieper de gang in de grond zit.
Waarom graven ze die gangen?
Die gangen graven mollen dus om op zoek te gaan naar eten en een partner, maar ook om hun territorium af te bakenen. “Mollen zijn heel territoriale dieren, maar eens hun territorium is afgebakend, stoppen ze met graven”, zegt Mathias Engelbeen.
Wie last heeft van molshopen in de tuin, laat de mol dus beter gewoon z’n ding doen. Als je een mol uit je tuin wegneemt, is de kans groot dat je net meer molshopen zult zien. Dan komt er gewoon een nieuwe mol z’n territorium afbakenen, legt Mathias Engelbeen uit.
Mol-ID
Latijnse naam: Talpa
Hoe herken je mij? Aan mijn zwarte fluwelen vacht en mijn spitse, roze snuit. Ik heb grote graafhanden, met elk 5 vingers én een duim! Ik word meestal tussen de 11 en 16 centimeter groot.
Leeftijd: We kunnen 6 jaar oud worden, maar dat gebeurt niet vaak. Meestal worden we rond de 3 jaar oud.
Karakter: We zijn solitaire dieren. Dat betekent dat we meestal alleen leven, behalve tijdens de paartijd. We zijn snel zelfstandig en geven niet makkelijk op.
We zijn niet blind, maar zien zeer slecht. We horen wel heel goed en kunnen ook uitstekend voelen door onze snorharen en onze neus en staart.
Op het menu: Het liefst eten we regenwormen. Maar we lusten ook graag insecten en andere ongewervelde dieren.
Woonplaats: We wonen graag in weilanden, bossen, boomgaarden en tuinen. Het grootste deel van de tijd zitten we in onze tunnels.