In de rubriek ‘Beestig Brussel’ laten we je telkens kennismaken met een dier dat leeft in onze stad. Wat is het en waarom leeft het hier? Deze week: het Ouessantschaap. 🐏
Aan de randen van de rivier de Zenne in Anderlecht smullen drie vrouwelijke Ouessantschapen, ook wel ooien genoemd, van de Japanse duizendknoop. Dit is een plantensoort uit het buitenland die veel problemen veroorzaakt.
De Japanse duizendknoop hoort niet thuis in Brussel. De plant groeit supersnel waardoor andere planten geen plaats meer hebben. 🌿 Dit zorgt ervoor dat ook vogels en insecten die die planten nodig hebben om te overleven, worden bedreigd.
Om de duizendknoop onder controle te krijgen, besloot Leefmilieu Brussel (= een organisatie van de overheid die bezig is met het milieu) om Ouessantschapen in te zetten: een wilde schapensoort die goed tegen slechte (weers)omstandigheden kan en verder niet veel verzorging nodig heeft. Hun naam verwijst naar het eiland Ouessant in Frankrijk.
Het is niet gemakkelijk om de Japanse duizendknoop onder controle te krijgen, maar de schapen lijken wel te werken. Ze eten de plant op en hierdoor hebben andere planten weer plaats om te groeien en terug te keren.
In Anderlecht staan de schapen intussen al drie jaar te grazen op het grasveld. Maar ook op andere plekken, zoals in Jette bijvoorbeeld, gaan ze schapen inzetten om de Japanse duizendknoop te bestrijden.
Ouessantschaap-ID
Latijnse naam: Ovis aries
Hoe herken je mij? Aan mijn zwarte of witte vacht van wol. Soms heb ik ook een bruine of grijze vacht, maar dit komt minder vaak voor. De mannetjes hebben grote gedraaide hoorns.
Lengte: We zijn een van de kleinste schapenrassen ter wereld en worden ongeveer 45 cm groot.
Leeftijd: We kunnen 10 jaar oud worden. Sommigen van ons worden zelfs 15 jaar.
Karakter: We zijn echte kuddedieren en zijn dus nooit alleen. We hebben een sober karakter en zijn snel tevreden.
Op het menu: Het liefst eten we gras. Maar ook hooi of schapenbrokken vinden we lekker.
Woonplaats: Buiten in een wei. Hoe groot de wei is, maakt ons niet veel uit. Wanneer het koud is of regent, schuilen we in onze stal.